‘Verlies de indirecte meerwaarde van energie-oplossingen niet uit het oog’

De toenemende energievraag van het openbaar vervoer en de problematiek rondom netcongestie zijn flinke uitdagingen voor het openbaar vervoer. Tegelijkertijd is het belangrijk om juist nu oog te hebben voor kansen die daarmee óók ontstaan, stelt Rogier Pennings, partner bij adviesbureau ROCC.

Pennings is nu ruim een jaar actief met ROCC. Het adviesbureau richt zich op het beter benutten van energie-infrastructuur en doet dat onder meer door het opzetten van energiestrategieën voor bedrijven, het maken van beleid voor het delen van energie-infrastructuur van OV-partijen en het implementeren van samenwerkingen in energiehubs op bedrijventerreinen. Ook is Pennings buitenpromovendus aan de Universiteit Utrecht. Zijn onderzoek richt zich op de organisatie van het delen van energie-infrastructuur op mobiliteitsknooppunten. Een voorbeeld is het gebruik van laadinfra voor de bus op een centraal station of busremise, waar ook andere sectoren, zoals de logistiek of de bouw, er gebruik van kunnen maken. 

Uitdagingen zijn er op dit gebied momenteel te over, maar kansen ook. Het is de missie van Pennings om die kansen zo goed mogelijk zichtbaar te maken en te benutten. Dat is ook waar hij zich met het Expertpanel Netbeheer over buigt. “Bij de zaken waar wij over nadenken komen veel variabelen en nieuwe werkwijzen kijken. Om het juiste te doen, moeten we harde keuzes durven maken: welke kansen pakken we wel en welke niet? De middelen zijn immers beperkt. Essentieel blijft dat we al die kansen benaderen vanuit verschillende invalshoeken. Als we bijvoorbeeld enkel naar netcongestie kijken, lopen we het risico om mogelijkheden over het hoofd te zien.”

Een belangrijke sleutel tot succes is het zien en meenemen van de zogenoemde ‘indirecte meerwaarde’ van energie-oplossingen, vertelt Pennings. “Denk bijvoorbeeld aan minder druk op de openbare ruimte, minder benodigde arbeidskrachten voor een project en het sneller aansluiten van partijen op het elektriciteitsnet. En om energieoplossingen goed van de grond te krijgen is het belangrijk dat de indirecte meerwaarde wordt meegenomen in de besluitvorming. Daarnaast blijft het natuurlijk van belang dat een energieoplossing ook directe meerwaarde heeft, zoals het verminderen van de impact van OV op netcongestie, of het helpen van andere sectoren met restcapaciteit.” 

Nu energie en mobiliteit (en dus ook OV) steeds meer verweven raken door elektrificatie, komen ook nieuwe organisatorische vraagstukken aan het licht. Voorheen stonden deze domeinen meer los van elkaar, maar nu zijn nieuwe structuren en mandaten nodig om broodnodige samenwerking mogelijk te maken. Daar sluit het promotie-onderzoek dat Pennings in Utrecht doet goed bij aan. “Een grote uitdaging zie ik in het ontwikkelen van een passende verdeelsleutel van kosten en baten. Want iets dat voor de ene partij misschien niet onder de doelstellingen valt, kan voor de andere partij juist wel relevant zijn.” 

Zo zijn er oplossingen die helpen de wachttijd voor een netaansluiting te verkorten. Dat helpt veel partijen, maar nu dragen vaak slechts enkelen de kosten. Pennings: “De vraag is dan hoe je organisaties die voorheen niet samenwerkten, gezamenlijk kan laten besluiten hoe ze de kosten beter kunnen verdelen.” 

Voor Pennings is het duidelijk: “De toekomst van energie en mobiliteit, en in het bijzonder het OV, vraagt om innovatieve oplossingen en nauwe samenwerking tussen de verschillende stakeholders. Het zien en meenemen van de indirecte meerwaarde van energie-oplossingen is cruciaal om alle uitdagingen en kansen die op ons pad komen goed aan te pakken. Dat is in mijn ogen essentieel om projecten van de grond te krijgen.”