ROCC brengt pilots in kaart
OV-bedrijven hebben allemaal te maken met netcongestie. Groei van het OV is niet altijd mogelijk en duurzaamheidsambities worden gehinderd. Tegelijkertijd hebben OV-netten de mogelijkheid om bij te dragen aan het verminderen van deze netcongestie. Daarvoor lopen al diverse pilots. ROCC bracht er 48 in kaart. Welke hebben echt effect? En welke zijn opschaalbaar?
De pilots die door OV-bedrijven worden opgezet, zijn heel divers. “Wat opvalt is dat ze een variërende impact hebben op de netcongestie”, vertelt Rein Boshuisen van ROCC, een adviesbureau gericht op de energietransitie. “De grootste impact komt van de initiatieven die het energieverbruik reduceren, de gelijktijdigheid verlagen en/of elektriciteitsnetten ontzien.’’
Energiezuinig rijden
Een voorbeeld van een pilot waarmee energieverbruik wordt gereduceerd gaat over energiezuinig rijden. Door minder hard op te trekken en te remmen kan naar verwachting van de diverse OV bedrijven tussen 10 en 30% energie bespaard worden. Als deze pilot een succes blijkt, kan dit mogelijk voor alle OV modaliteiten in het land worden opgeschaald. “Doel van het inventariseren van dit soort pilots is om te kunnen onderzoeken of ze werken zoals voorspeld is en welke impact ze hebben’’, vervolgt Rein. “Zo krijgen we ook helder of het enkel goed is voor de portemonnee, of dat het ook daadwerkelijk netcongestie verminderd.’’
Trams met batterijen
Een ander voorbeeld van een pilot start volgend jaar in Den Haag: op nieuwe trams komt een batterij op het dak. In de batterij wordt de remenergie opgeslagen zodat deze weer kan worden ingezet bij het optrekken van de tram. Het piekverbruik van de tram gaat hiermee flink omlaag. “De ervaring moet uitwijzen of dit dusdanig succesvol is dat er ruimte ontstaat op het net. Indien de pilot dan zou worden uitgebreid naar alle trams, kan de dienstregeling uitgebreid of de gereserveerde ruimte op het net worden teruggegeven. In dat geval ontstaat écht ruimte voor andere initiatieven.”
Toevoegen zon-opwek minder effectief
Andere in kaart gebrachte pilots hebben minder groot effect op het terugdringen van de netcongestie. “We hebben gezien dat er veel pilots zijn waarbij energie lokaal op een duurzame manier wordt opgewekt”, vervolgt Rein. “Natuurlijk is dat een ontzettend goed idee, maar voor netcongestie heeft dit geen effect. Als op een winterdag de zon niet schijnt, moet alsnog stroom uit het net worden gehaald. Daarvoor moet ruimte worden gereserveerd en die ruimte is dus schaars. Met duurzame energie alleen los je de netcongestie niet op. Daarvoor moeten we toch echt reduceren, gelijktijdigheid verlagen of elektriciteitsnetten ontzien middels een vorm van energieopslag.”
Wat is nu echt de impact, en welke pilots moeten we opschalen?
Elke pilot heeft een positieve bijdrage voor het OV bedrijf of de maatschappij. “Kijken we alleen naar netcongestie, dan is het bepalen van de impact meer complex. We moeten bijvoorbeeld bepalen welke zekerheid een netbeheerder krijgt om de ruimte op het net aan een ander te geven. Het effect van pilots op netcongestie hangt vooral af van de lokale situatie van netcongestie bij de netbeheerder. De pilots hebben allemaal ook een lokaal karakter, het is dus zeer van belang om de juiste pilot bij de juiste lokale situatie van netcongestie op te schalen. Als dit succesvol wordt gedaan, dan pas dragen de pilots daadwerkelijk bij aan het verlichten van netcongestie.”
Regie nodig
Het grote aantal initiatieven laat zien dat ondernemers en organisaties enthousiast zijn om met duurzame oplossingen aan de slag te gaan. “Tegelijkertijd zien we dat regie nodig is”, zegt hij. “Welke pilots zijn opschaalbaar voor de interne bedrijfsvoering? Wat werkt voor verlichting van netcongestie? En wat niet? Welke zijn van maatschappelijke grote waarde? En welke zijn vooral lokaal nuttig? Welke afspraken kunnen we maken en waar is ondersteuning nodig vanuit de overheid? Dat vraagt om een vervolgonderzoek. Daar gaat ROCC in samenwerking met de ministeries de komende tijd mee verder.”