Met zo’n 900 micro-netwerkjes die door heel Nederland zijn verdeeld, kan het elektriciteitsnetwerk van het openbaar vervoer een mooie bijdrage leveren aan de decentralisatie van de energievoorziening. Vroeger lag de houtzagerij naast de rivier die via een watermolen de energie leverde voor de aandrijving van de houtzagen. Tegenwoordig loopt het elektriciteitsnet van het openbaar vervoer dwars door de stad en kan direct ingezet worden om ter plekke complete woonwijken van energie te voorzien.
Energieconsumptie door de eeuwen heen
De verdelingssystematiek van energie is over de jaren heen sterk veranderd. Vroeger werd energie gebruikt op hetzelfde moment en op dezelfde plaats als het werd opgewekt. Zo stond de houtzagerij bijvoorbeeld aan de oever van een rivier, waarbij de naastgelegen watermolen de mechanische zagen aandreef.
Vandaag de dag gebruiken we energie niet langer meer op de plaats waar het wordt opgewekt. In een maatschappij waarin grote bedrijven en ook alle huishoudens moeten worden voorzien van stroom, heeft niemand meer zijn eigen watermolen aan de rivier. Nu wordt het grootste deel van de energie centraal opgewekt, voornamelijk door de verbranding van fossiele brandstoffen. Deze elektrische energie wordt vervolgens vanaf de elektriciteitscentrale via hoog- en middenspanningsnetwerken “top-down” verdeeld over netbeheerders die de elektriciteit weer verder verdelen over klein- en grootgebruikers: huishoudens en grote bedrijven.
Uitdagingen van onze energie-infrastructuur
Nederland heeft echter als doel om in 2050 uitsluitend nog duurzame energie te gebruiken, zoals afgesproken in het klimaatakkoord. Het gevolg hiervan is dat er veel meer vraag naar elektriciteit ontstaat, op te wekken met behulp van duurzame bronnen zoals zonnepanelen en windmolens. Dit is natuurlijk een enorme klus waarbij verschillende problemen komen kijken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan energieverlies tijdens transport, verborgen kosten, maar ook netcongestie. Door de enorme groei in energieverbruik raakt het elektriciteitsnetwerk namelijk overbelast.
Decentralisatie in actie
Het transport van elektriciteit via de hoog- en middenspanningnetwerken zal centraal georganiseerd moeten blijven worden. Maar voor de laagspanningsnetten is er een manier om energieverlies en verborgen kosten te verminderen en het elektriciteitsnetwerk te ontlasten, namelijk decentralisatie van de energievoorziening. We moeten eigenlijk weer terug naar het idee van de houtzagerij die naast de rivier stond. In plaats van een “top-down” verdeling moeten we terug naar een “bottom-up” verdeling, waarbij men lokaal energie opwekt en direct verbruikt: energievoorziening gebaseerd op nabijheid in plaats en tijd.
Een mooi voorbeeld van een lokaal georganiseerde energievoorziening die volledig rust op duurzaam opgewekte energie is het initiatief "Schoonschip" in Amsterdam. In deze duurzame woongemeenschap wordt energie zo veel mogelijk lokaal opgewekt en verbruikt (of opgeslagen voor later gebruik). Wanneer er sprake is van restbehoefte, wordt er door de bewoners energie ingekocht bij een duurzame energieleverancier. Ze werken dus zoveel mogelijk van onder (“bottom”) door te voorzien in hun eigen energievoorziening, naar boven (“up”) door de resterende behoefte aan energie in te kopen bij de energieleverancier.
Naar een duurzamere toekomst: bottom-up energievoorziening
Met zo’n 900 micro-netwekjes kan het elektriciteitsnet van het openbaar vervoer een mooie rol spelen in deze “bottom-up” energievoorziening. Het elektriciteitsnet van het openbaar vervoer heeft namelijk een ongebruikte netcapaciteit van maar liefst 80 procent en is door heel Nederland verspreid. Deze restcapaciteit zou heel mooi op lokaal niveau kunnen worden ingezet, het OV-net loopt immers door heel Nederland. Zo is het OV-net eigenlijk de nieuwe rivier die kleingebruikers in staat stelt energie te gebruiken die op (nagenoeg) dezelfde plaats en tijd wordt opgewekt. Op deze manier biedt het elektriciteitsnet van het openbaar vervoer, met zijn enorme netcapaciteit en wijdverspreide bereik, een veelbelovende toekomst als ruggengraat van lokale energievoorziening.