De afgelopen maanden zijn nieuwe initiatieven gestart en beleidsstappen gezet om energie uit het openbaar vervoer het elektriciteitsnet te laten ontlasten. Steeds meer steden en partijen benutten hun de energie-infrastructuur van zoals tram-, metro- en trein op slimme wijze. In dit overzicht zetten we een aantal belangrijke ontwikkelingen van deze zomer op een rij.
HTM sluit zich aan bij Flexvermogen Haaglanden
Op 11 juni 2025 zette HTM een duidelijke stap richting een actieve bijdrage aan netstabilisatie. De vervoerder tekende samen met het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de gemeente Den Haag een intentieverklaring binnen het programma Flexvermogen Haaglanden. Daarmee geeft HTM expliciet aan bereid te zijn haar stroomgebruik af te stemmen op de beschikbare netcapaciteit in de regio.
Onderdeel van deze aanpak is het verkennen van mogelijkheden om op piekmomenten tijdelijk het verbruik terug te schroeven of zelfs energie terug te leveren via batterij-opslag die gekoppeld is aan de bovenleiding. Deze verklaring wordt beschouwd als opstap naar concrete pilots waarin de energie-infrastructuur van HTM actief onderdeel uitmaakt van het regionale energiesysteem.
Amsterdam zet ook stappen
In Amsterdam werd op 21 juli een motie van VVD-raadslid Van der Kamp aangenomen die het stadsbestuur oproept actief ruimte te bieden aan experimenten met het GVB-net en de energie-infrastructuur van ProRail. Daarmee ontstaat bestuurlijke dekking om gericht te onderzoeken hoe tractienetten kunnen bijdragen aan het verlichten van netcongestie in en rondom de hoofdstad.
De motie pleit ook voor de oprichting van een landelijk kennisnetwerk waarin gemeenten en OV-bedrijven best practices kunnen uitwisselen. Het signaal is duidelijk: Amsterdam wil zich aansluiten bij succesvolle voorbeelden uit andere steden, met een eigen, opschaalbare benadering. Er wordt inmiddels gesproken over scenario’s waarbij metroperrons worden voorzien van energieopslag of laadplekken kunnen worden gevoed vanuit de bovenleiding.
Kennisprogramma Netcongestie en OV officieel van start
Hoewel de ondertekening van het landelijke Bestuurlijk Akkoord Netcongestie al eind maart plaatsvond, zijn de bijbehorende uitvoeringen pas deze zomer goed op gang gekomen. Begin mei ging het landelijke Kennisprogramma Netcongestie en OV van start, opgezet door TKI Urban Energy en ondersteund door meerdere ministeries, netbeheerders en ov-partijen. Binnen dit programma worden aparte werkgroepen opgezet rond stadsrail, regionaal spoor en busvervoer.
Deze groepen richten zich op thema’s zoals energiebuffering langs het spoor, slimme laadinfrastructuur voor bouwplaatsen en de koppeling van tractienetten aan externe gebruikers. Het doel is niet alleen om technische kennis te delen, maar ook om juridische, organisatorische en financiële drempels in kaart te brengen. De eerste bijeenkomsten hebben inmiddels plaatsgevonden en er wordt gewerkt aan een routekaart voor pilots die nog dit jaar kunnen starten.
Pilots in voorbereiding en op stoom
Sinds mei vinden in verschillende regio’s voorbereidingen plaats voor nieuwe pilots, mede gebaseerd op de uitgangspunten van het nationale akkoord. In Den Haag, Rotterdam, Arnhem en mogelijk binnenkort ook Utrecht worden locaties geïnventariseerd waar OV-energie praktisch kan worden ingezet voor externe toepassingen.
Denk hierbij aan laadplekken voor elektrische voertuigen, tijdelijke stroomaansluitingen voor bouwprojecten of noodvoorzieningen bij evenementen. Hoewel veel van deze projecten zich nog in de voorbereidingsfase bevinden, wordt er gewerkt aan concrete uitvoeringsplannen met technische partners. Vaak gaat het om tijdelijke aftakkingen op bestaande tractienetten, ondersteund door slimme sturing en energieopslag. De eerste resultaten worden in het najaar van 2025 verwacht.
Publieke en politieke bewustwording groeit
Een opvallende ontwikkeling in de afgelopen periode is de toegenomen zichtbaarheid van energie in het OV bij het grote publiek. In juni verschenen er meerdere artikelen en podcasts waarin het gebruik van energie uit het OV werd besproken. De podcast van New Business Radio besteedde in juni aandacht aan dit onderwerp. Hieruit bleek dat ook buiten de traditionele OV-wereld steeds meer partijen het potentieel van deze aanpak beginnen te erkennen. Tegelijkertijd duikt energie in het ov dus ook steeds vaker op in plannen van politieke partijen op lokaal en provinciaal niveau, zoals in de Amsterdamse gemeenteraad.
En nu?
Al deze ontwikkelingen samen laten zien dat we volop in beweging zijn. Waar vorig jaar vooral sprake was van veel kleinschalige experimenten, zit nu echt de vaart erin. Het juridisch kader wordt geleidelijk aangepast, zodat OV-partijen vaker zonder aparte vergunningen stroom kunnen delen. De komende maanden zullen in het teken staan van de uitvoering: het aanleggen van infrastructuur, het installeren van batterijen en het meten van de effecten op het net.
In het vierde kwartaal van 2025 moeten de eerste zichtbare resultaten van al deze inspanningen zichtbaar worden. De nadruk komt dan te liggen op schaalbaarheid: hoe zorg je ervoor dat deze oplossingen doorgroeien naar structurele onderdelen van het landelijke energiebeleid?